{{ showmenu }}

Kees de Vries

  • onderhoud
  • bouwen met hout

Wooncompagnie verhuurt circa 14.000 sociale huurwoningen in de gemeenten Hollands Kroon, Schagen, Opmeer, Medemblik, Hoorn, Alkmaar, Beemster, Purmerend, Edam-Volendam en Waterland. “We zijn van betaalbaar wonen”, zegt MT-lid en bouw- en bedrijfskundige Reno Mol. “Binnen dat raamwerk passen we zowel bij nieuwbouw als bij renovatie het liefst biobased materialen als hout toe. Niet alleen uit milieu-oogpunt, maar zeker ook om functionele, onderhoudstechnische en esthetische redenen.”

Wooncompagnie in Hoorn heeft een divers woningbezit in elf gemeenten met tussen de 20 en 25 kleine, middelgrote en grote kernen. De oudste (houten) panden in Monnickendam en Marken stammen uit het begin van de volkshuisvesting, rond 1900. Daarnaast heeft de corporatie relatief veel bezit uit de ‘groeispurtjaren’ zeventig en tachtig van de vorige eeuw, voornamelijk eengezinswoningen en beperkt gestapelde bouw/flats. De gemiddelde jaarlijkse nieuwbouw ligt tussen de 100 en 250 woningen. In de afgelopen decennia legt de corporatie naar eigen zeggen de lat op vier prestatievelden steeds hoger: voldoende betaalbare woningen, tevreden bewoners, een aangenaam woonklimaat en, last but not least, een duurzaam woningaanbod.

Reno Mol is mede-verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en de strategische keuzes. “We staan als maatschappelijke onderneming voor betaalbaar en kwalitatief wonen. Zowel de renovatie- als nieuwbouwopgave vullen we het liefst in met biobased materialen, zoals hout. Het past ook bij Wooncompagnie. Het is een verandering in denken waarbij wij meebewegen met wat er in de wereld gebeurt.”

‘Hout gaat mee met de opvattingen in de tijd’

Waarom hout?
“In de levenscyclus van een woning kunnen allerlei dingen gebeuren waarbij hout hét materiaal is dat zich leent voor aanpassingen en verbeteringen. Dan heb ik het bijvoorbeeld bij kozijnen over het monteren/vervangen van dubbel glas en over draaiende delen. Hout leeft en dat leven zie je terug in de uitstraling van je gebouwen. Wij vinden dat hout zich beter houdt en over de hele levensduur van een gebouw. Dat is belangrijk voor zowel het aanzicht van de wijk als de sociale cohesie tussen de bewoners. Hout gaat mee met de opvattingen in de tijd. Je hebt als corporatie met hout veel meer mogelijkheden om je bezit eigentijds te houden. We hebben in de jaren tachtig en negentig een trend gehad van mintgroene kozijnen. We zijn blij dat we diezelfde kozijnen nu met een schilderbeurt naar het eigentijdse grijs kunnen trekken. Bovendien, waar we geen hout hebben toegepast, bijvoorbeeld in kunststof gevelpanelen, zien we na verloop van tijd degradatie en strepen optreden. Dat vergt extra inspanning om ze goed schoon te houden. Uiteindelijk schilderen we die kunststofpanelen om ze toonbaar te houden.”

Hoe kijkt Wooncompagnie aan tegen houtgebruik en onderhoud?
“We hebben heel veel bezit uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. We hebben een onderhoudsbegroting die is gebaseerd op een cyclustijd. We monitoren ons bezit elke drie jaar. Op basis van een conditiescore bepalen we royaal voordat het noodzakelijk is, wanneer we met het echte onderhoud aan de slag gaan.”

‘Met kwalitatief goed schilderwerk hebben we de onderhoudscyclustijd moeiteloos naar negen jaar verlengd’

Heeft de stand der techniek invloed op de onderhoudscyclus?
“Ja, we houden uiteraard rekening met sprongen in de techniek. Wij zijn heel erg bezig met prestatiegericht schilderwerk. Wij zien dat als we het schilderwerk kwalitatief goed voor elkaar hebben met goede grondlagen, goede kwaliteit verf en wellicht een extra aflaklaag, dat we de cyclustijd van het onderhoud toch behoorlijk kunnen verlengen. Waar we voorheen elke zes jaar terugkwamen, hebben we nu ook complexen waar de cyclustijd moeiteloos naar negen jaar is gebracht.”

‘Houten kozijnen uit 1980 bleken door hun kwaliteit en ons onderhoud nog in een dergelijke goede staat, dat ze kunnen blijven zitten’

Met een gunstige invloed op de cost of ownership?
“De beheerkosten gaan inderdaad behoorlijk omlaag. Je moet aan de voorkant weliswaar iets meer uitgeven, maar verlenging van de cyclustijd met twee of drie jaar betekent dat je uiteindelijk geld bespaart. Bij hout hebben we heel veel voorbeelden van woningen met veertig jaar oude kozijnen die we keurig blijven schilderen. En als we dan al een keer een houten kozijn vervangen, dan is eigenlijk de enige reden dat er in dat specifieke exemplaar geen dubbel glas kan. Bij een recent renovatievoorstel bleken houten kozijnen uit 1980 door hun kwaliteit en ons onderhoud nog in een dergelijke goede staat, dat ze kunnen blijven zitten. Dat zul je niet zo snel zien bij een kunststof kozijn die de claim ‘onderhoudsvrij’ en minder snelle degradatie in de praktijk niet waarmaakt. Na veertig jaar zijn er toch heel wat kunststof puien die er verlopen en verlept uitzien. De eerste generatie kunststof kozijnen was eigenlijk na twintig jaar al aan vervanging toe”.

‘Rijksoverheid en gemeenten mogen van mij in Nederland ook het houtgebruik verplicht stellen’

In 2024 wil Wooncompagnie al haar woningen optimaal hebben geïsoleerd. Ook is er een duurzame nieuwbouwopgave. Wanneer is alle nieuwbouw in Nederland van hout?
“Ik hoop zo snel mogelijk. Van de duurzaamheidscommissie van onze eigen huurdersvereniging hebben we het signaal meer hout toe te passen ook ontvangen, direct na de tv-uitzending van VPRO’s docuserie Tegenlicht over houtbouw. Daaruit kun je ook afleiden dat de maatschappelijke beweging die kant op gaat. We gaan in Monnickendam voor het eerst bouwen met kruislaaghout (CLT, cross laminated timber). Houtskeletbouw hebben we al ruim toegepast in nieuwbouw en bij verduurzaming van woningen. Waar ik als individu met een achtergrond in het vastgoed op hoop is dat de kosten van milieubelasting en CO2-uitstoot onderdeel gaan worden van de kostprijs van het bouwen. Gebeurt dat, dan zijn alle gebouwen in Nederland in no time van hout. Daar ben ik van overtuigd. De Franse overheid besloot onlangs dat alle nieuwe openbare gebouwen die door de staat worden gefinancierd minstens voor 50% uit hout moeten bestaan als onderdeel van het duurzaamheidsbeleid. Dat vind ik fantastisch. In het kader van de klimaatdiscussie en vastlegging van CO2, mogen rijksoverheid en gemeenten van mij hier ook het houtgebruik verplicht stellen.”